Van taak naar methodiek

Hoofdstuk 10

10.1

 

Verzin twee casussen waarin er bij de ene sprake is van een problematische schuld en bij de andere van een niet-problematische schuld. Bedenk zelf het inkomen, de uitgaven en de schulden.

 




10.2

 

Speel een telefoongesprek na waarin de een de schuldeiser speelt en de ander de schuldhulpverlener. Je gebruikt in dit gesprek de beschrijving van de niet-problematische schulden zoals je deze hebt beschreven bij de vorige vraag. Probeer als schuldhulpverlener met de schuldeiser een betalingsregeling te treffen.

 




10.3

 

Zoek zoveel mogelijk financiële documenten op en bekijk of je de inhoud in grote lijnen begrijpt. Leg een aantal documenten aan een van je medestudenten uit.

 




10.4

 

Schrijf een brief voor de rechtbank waarin je motiveert waarom je voor jouw cliënt een schuldregeling voor de WSNP aanvraagt.

 




10.5

 

Maak een overzicht van thema’s die jij zou behandelen als jij een cursus ‘Omgaan met geld’ zou geven.

 




10.6

 

Bezoek de site van de WSNP en maak hier een samenvatting van.