2.1
Houd een kasboekje bij en begin met het maken van een begroting. Houd vervolgens gedurende een aantal aan tal maanden al je inkomsten en uitgaven bij. In een van de laatste lessen kun je het kasboek met je medestudenten aan de hand van de volgende punten bespreken:
- Hoe ben je te werk gegaan?
- Wat heb je in je kasboek verwerkt?
- Kijk eens of jullie vaste en overige lasten overeenkomen.
- Kwam je steeds uit met wat je had begroot?
- Hoe betaal jij meestal (contant, pin, automatische betaling)?
- Wat vond je het lastigste om te doen?
- Wat heb je geleerd?